Achter Sam en Nick klonk opnieuw de computerstem. ‘Nog één uur en 55 minuten voor vernietiging basis.’
‘Maak je klaar!’ schreeuwde Sam. ‘Er is geen tijd te verliezen!’
‘W… wat bedoel je?’ stamelde Nick. Hij werd lijkbleek.
’We hebben minder dan twee uur om dat ding’, Sam wees naar de raket, ‘startklaar te maken en te lanceren!’
‘Ben je gek!’ gilde Nick. ‘Ik dénk er niet aan!’
Sam ging voor Nick staan. ‘We staan er helemaal alleen voor, Nickie.’ Ze gaf hem een zoen. ‘De raket of de
dood. Mijn keuze staat vast.’
Nick knikte verbeten. ‘Oké, zeg maar wat ik moet doen.’
Sam glimlachte dankbaar. ‘Ik wist dat ik op je kon rekenen, moppie. Daar liggen ruimtepakken. Haal er drie
hierheen. Er ligt er ook eentje voor Snuffy.’ Ze drukte haar konijntje stevig tegen zich aan. ‘Dan laad je zoveel mogelijk van die kisten in die lift, en vervolgens in de raket. Ik start de lanceerprocedures. Haast je. Als we geluk hebben, zijn we nog net op tijd weg!’
Nick stoof weg en begon als een gek materiaal naar de lift te slepen.
Het was een race tegen de klok. De tijd tikte onverbiddelijk weg. Elke vijf minuten klonk de computerstem
in de hal.
‘Nog één uur en 15 minuten voor vernietiging basis.’
‘Nog 40 minuten voor vernietiging basis.’
Zo nu en dan slaakte Sam een kort gilletje als er iets gelukt was. Of mislukt…
De stuwraketten van het ruimteveer begonnen zacht te zoemen. Uit de motoren wervelden stoom en nevel.
‘Nick, trek je pak aan! We hebben nog 22 minuten voor de boel ontploft!’ schreeuwde Sam. ‘De raket vertrekt één minuut eerder!’
Als gekken begonnen Nick en Sam de loodzware pakken aan te sjorren. Dat ging allesbehalve gemakkelijk. Met veel moeite slaagden ze er in om zich in de kleding te hijsen.
‘En nu de helm!’ Sam pakte een bolvormige, glazen helm en zette die op haar hoofd.
Met een korte draaibeweging schroefde ze de helm vast aan haar pak.
‘Nog 11 minuten voor vernietiging basis.’
Boven de raket schoof het plafond langzaam open. Een staalblauwe lucht verscheen.
Vertwijfeld beet Nick op zijn lip.
Nick en Sam renden zo hard als ze konden in de richting van de lift.
Het zweet liep van Nicks gezicht. Hij was drijfnat.
Met een schok kwam de lift tot stilstand.
Sam en Nick waggelden de cockpit in en trokken de deur achter zich dicht.
‘Snel, we moeten ons vastgespen voor de raket vertrekt!’ riep Sam. ‘Anders worden we door de raket geslingerd en breken we elk bot in ons lichaam!’
Nick plofte in een van de stoelen neer en trok de gordels over zich heen. Hij keek doodsbang naar Sam, die
naast hem zat.Sam was asgrauw. Ze staarde met grote ogen naar Nick en klemde haar kaken verbeten op elkaar.
De motoren begonnen te grommen en te brommen, steeds harder.
Nick voelde de raket onder zich trillen en beven. Hij omknelde krampachtig de armsteunen van zijn stoel.
Een oorverdovend lawaai vulde de cabine.
‘Tien… Negen… Acht… Zeven… Zes… Vijf… Vier… Drie… Twee… Een… GO!’
Nick werd met een enorme klap tegen de rugleuning van zijn stoel gedrukt.
Te midden van een enorme wolk van stoom en rook kwam de raket langzaam in beweging. Steeds sneller en
sneller.
Weg van de aarde.