‘Sneller!’ gilde Tess. ‘Ze komen er aan!’
In de verte verschenen de eerste wolven aan de rand van het woud.
Zenuwachtig probeerde Daan de ontsteker opnieuw aan te koppelen aan de sneeuwscooter. Dat was niet gemakkelijk met zijn dikke handschoenen. Hij vloekte binnensmonds. ‘Het lukt niet!’ Hij trok ze uit.
Onmiddellijk beet de vrieskou in zijn huid.
Behoedzaam naderden de wolven in een steeds kleiner wordende cirkel om hun prooien.
‘Toe…’ Tess staarde in paniek naar de grijze dieren. Ze telde minstens tien stuks.
‘Bijna…’ hijgde Daan. Hij werkte koortsachtig verder. Zijn verstijfde vingers werden stilaan gevoelloos. ‘Klaar!’ Hij sprong op de sneeuwscooter.
Tess volgde zijn voorbeeld en sloeg haar armen om hem heen.
Daan draaide de contactsleutel om.
De motor sputterde en kreunde.
Alsof dit het startsein was voor de wolven zetten ze haast gelijktijdig de aanval in. Ze spurtten naar Tess en Daan. Steeds sneller.
‘KOMAAN!’ schreeuwde Daan. Hij sloeg met zijn vuist op het stuur.
Brullend kwam de motor tot leven.
‘HOU JE VAST!’ Daan boog zich voorover en draaide de gashendel volledig open.
De scooter spoot weg.
Net op tijd?
De eerste wolf zette zich af en sprong naar het vluchtende tweetal.
Met een welgemikte trap schopte Tess het dier van zich af. Het maakte jankend een buiteling in de sneeuw.
‘We moeten door de omsingeling heen breken!’ riep Daan boven het lawaai uit. ‘Anders zijn we verloren!’
Tess keek over Daans schouder. Uit de tegenovergestelde richting kwamen twee wolven. ‘Niet doen!’
‘We hebben geen keuze!’ Daan maakte zich zo klein mogelijk op de scooter en zette zich schrap.
Een tel later knalde een van de dieren tegen Daans rechterschouder. Hij voelde een snerpende pijn. Door de schok loste hij zijn greep op de gashendel.
Tess zag het gevaar. Ze leunde uit alle macht voorover en trok de gashendel weer vol open.
De scooter maakte opnieuw snelheid.
‘Alles oké?’ riep Tess.
Daan kreunde. Het duizelde hem voor zijn ogen. ‘Gaat wel…’ bracht hij moeizaam uit.
Tess en Daan verdwenen in het woud.
Het leek alsof Daans plan gelukt was.
Of toch voor even.
Achter en naast hen verschenen nieuwe schaduwen tussen de bomen. Ze zetten een nieuwe aanval in.
Daan racete verder. Zijn arm deed verschrikkelijk veel pijn, maar hij had geen keuze. Er was geen tijd om voorzichtig te zijn. Het was alles of niets.
Links en rechts flitsten bomen en rotsen voorbij, terwijl Daan de machine tussen de hindernissen joeg, een zacht glooiende helling op.
Opnieuw waagde een wolf zijn kans. Hij sprong met geopende muil naar Tess.
Tess schopte wild in de richting van de aanvaller. ‘AU!’ Ze gilde het uit.