Lucas en Lotte renden over de daken. Ze kropen over muurtjes, klommen langs brandtrappen omhoog of sprongen naar lager gelegen daken.
We moeten een trap naar beneden vinden, schreeuwde Lotte. Op de daken lopen we teveel in het zicht!
Lucas keek even om. Zijn adem stokte in zijn keel. In de verte vloog een zwarte figuur bliksemsnel in hun richting.
Lotte botste tegen Lucas die stil was blijven staan.
Lucas verloor zijn evenwicht en tuimelde op een dak van golfplaten. Spartelend en graaiend naar houvast, schoof hij naar beneden en verdween met een ijselijke gil over de rand.
Lucas? Lucas!! Lotte schreeuwde het uit. LUCAS!! Ze staarde met trillende benen naar de gapende diepte.
Spring op de golfplaten! Uit de diepte klonk de stem van Lucas. Snel! Ik ben ongedeerd. Ik ben op een plat dak terecht gekomen!
Lotte keek om. Ook zij zag nu de vliegende vampier, die ondertussen al een heel stuk dichterbij was gekomen. Zonder aarzelen sprong ze op de golfplaten en schoof op haar achterste naar beneden. Net op tijd.
Brutus graaide naar Lotte, maar deed dat zo onhandig dat hij van zijn vliegroute afweek. Hij maakte een scherpe bocht naar rechts en knalde tegen een schoorsteen.
Lotte wipte over de rand en viel een meter lager hard op een dak.
Lucas trok Lotte overeind. We moeten verder, vóór die andere idioten verschijnen.
Ze renden verder. Achter hen doemde opnieuw een silhouet op. Alfredus was bevrijd en zat hen op de hielen. Lucas en Lotte renden zo hard ze konden.
Maar het mocht niet baten. Alfredus haalde hen snel in.
We moeten van die daken af! gilde Lotte. Zo dadelijk hebben ze ons te pakken!
Daar! schreeuwde Lucas. Aan de overkant van een smal steegje – iets lager dan het dak waarop ze nu renden – zag hij een balkon met een openstaande deur. Hij gebaarde naar Lotte. We moeten daarheen springen!
Ben je nu helemaal betoeterd! riep Lotte. Dat is wel drie meter! Als het misgaat, vallen we vier verdiepingen naar beneden!
We hebben geen andere keuze. Lucas wees naar achteren. Ook Perfidus en Spartacus naderden snel.
O… oké, fluisterde Lotte.
Lucas liep enkele passen naar achteren, haalde diep adem en begon te sprinten. Zo hard hij kon. Net voor de rand van het dak zette hij zich uit alle macht af. Na wat wel een eeuwigheid leek, landde hij op het terrasje aan de overkant van de straat. Halsoverkop buitelde hij de kamer binnen en knalde tegen een stoel. Au-au-au… Een felle pijnscheut brandde door zijn been. Maar er was geen tijd te verliezen. Lotte… Hij krabbelde overeind. Kom op, spring! schreeuwde hij.
Lotte knikte. Ze was lijkbleek.
Een tel later verdween ze uit het zicht van de dakrand om een aanloop te nemen.
Lotte! Schiet op! Lucas beet nerveus op zijn nagels. Had Alfredus haar misschien al te pakken?
Opeens was Lotte er weer. Ze zette zich af en vloog met een sierlijke sprong naar het balkon. Ze stuiterde naar binnen. Snel! Sluit de luiken!
Alfredus vloog grijnzend naar het balkon. Wat zal Meester Perfidus in zijn nopjes zijn. Ik word nu vast beloo… Net vóór Alfredus de kamer in kon vliegen, gooiden Lucas en Lotte de houten luiken dicht, deden de hendel ervoor en zetten zich schrap.
Mamáááááááá!!! Er klonk een luide schreeuw, gevolgd door een nóg luidere knal en het geluid van versplinterend hout.
Lucas en Lotte vlogen door de kracht van de klap enkele meters achteruit.
Toen werd het muisstil.