Bart keek op zijn horloge en zette de televisie uit. Tijd om naar Caroline te gaan. Hij verliet de woonkamer en ging de trap op naar de badkamer.
Het was veel kouder in de badkamer dan in de rest van het huis, alsof er de hele dag een airconditioning had aangestaan.
Bart huiverde. Vreemd... Hij draaide zijn hoofd naar rechts. Iets had zijn aandacht getrokken. Alsof de spiegel had bewogen. Hij keek een ogenblik naar zijn spiegelbeeld en schudde zijn hoofd. Even wat warme buitenlucht binnenlaten. Hij ging naar het raam om het open te zetten. Zijn hand greep naar de hendel. Een rilling ging over zijn rug. Instinctief besefte Bart dat hij niet alleen was. Met een ruk draaide hij zich om.
Te laat. Een vuistslag trof hem op zijn kaak.
Bart tuimelde hals over kop achterover en belandde ruggelings op een tafeltje, dat prompt brak onder zijn gewicht.
Toiletartikelen zeilden door de badkamer. Flesjes parfum versplinterden op de grond.
Verdoofd door de kaakslag probeerde Bart op te staan. Het duizelde hem voor de ogen. Vaag hoorde hij de ademhaling van zijn tegenstander. Schichtig staarde hij van zijn links naar rechts in de kleine ruimte op zoek naar zijn aanvaller. Opnieuw raakte een vuist hem als een moker, ditmaal op zijn middenrif. Het was alsof zijn longen dichtklapten en alle lucht uit zijn lichaam geperst werd. Bart tuimelde kokhalzend op de grond en hapte wanhopig naar adem. Een ogenblik bleef hij hijgend op handen en knieën zitten.
Plots voelde Bart een arm om zijn nek. Zijn luchtpijp werd langzaam dichtgeknepen. Een wilde paniek maakte zich van hem meester, terwijl hij krampachtig naar zuurstof hapte.
Bart graaide met zijn handen naar de arm, die muurvast om zijn hals geklemd zat. Alleen, hij zag geen arm. Uit alle macht zette hij zich met zijn voeten af op de verwarmingsradiator. Bart voelde de greep van zijn aanvaller verzwakken, terwijl die ruggelings tegen de wastafel viel. Een rekje met glazen en tubes ging kletterend tegen de grond.
Even kreeg Bart wat meer zuurstof. Maar niet voor lang. Opnieuw werd Barts keel dichtgeknepen. Bart voelde de koude adem van zijn aanvaller in zijn nek. Wanhopig sloeg Bart met zijn vuisten achter zijn hoofd en rug en ramde met zijn ellenboog in de zij van zijn belager. Tevergeefs. Zwarte vlekken dansten voor zijn ogen.
De wastafel brak van de muur en knalde tegen de grond.
Bart voelde zijn laatste krachten wegebben. Opnieuw zette hij zich af met zijn voeten en wierp zich naar achteren.
Achter hem tuimelde de aanvaller over de rand van het ligbad.
Bart hoorde een droog, krakend geluid.
De belager loste zijn greep.
Bart belandde naast de badkuip. In paniek kroop hij zo ver mogelijk weg en bleef uitgeput op de grond liggen, wachtend op de volgende aanval.