Klaar! riep Bifidus, die stil in een hoekje had gezeten met zijn pen en een schriftje.
Iedereen maakte een sprongetje van schrik.
Willen jullie mijn nieuwe sprookje horen? Het is heel erg mooi en romantisch. Het gaat over échte liefde! riep Bifidus verrukt.
Nu even niet, mompelde Ludovicus vermoeid. We hebben eigenlijk wat anders aan ons hoofd…
Toe-oe-oe? Ludovicus zuchtte gelaten.
Oké dan… Het duurt toch nog even voordat het donker is, dus vooruit.
Bifidus ging rechtop staan. Hij schraapte zijn keel en begon plechtig te lezen:
Er was eens een meisje. Ze heette Blauwkapje en was heel erg lelijk. Als je haar zag, moest je gelijk braken. Dat kwam Blauwkapje eigenlijk heel goed uit, als ze weer eens een mandje met bloedwijn naar haar oma moest brengen. Ze was namelijk zó spuuglelijk dat alle dieren in het bos het op een lopen zetten als zij in de buurt kwam. Ook de wolven hadden plots geen honger meer als ze Blauwkapje zagen. Zo weerzinwekkend zag ze eruit.
Op een dag wandelde Blauwkapje goedgemutst door het bos. Zoals gewoonlijk was er geen ziel te bespeuren. Een bijziende draak, die toevallig langskwam, merkte het meisje met het blauwe kapje op. Hij was die dag zijn bril vergeten en zag dus niet hoe lelijk ze was. Hij werd gelijk knalverliefd en vrat haar op met huid en haar. De draak slikte haar niet in één keer in. Nee hoor, dat doen draken niet. Met zijn scherpe kiezen maalde hij haar fijn. Blauwkapje spartelde dat het een lieve lust was, maar dat hielp natuurlijk geen zier. Het bloed spoot in het rond. De draak kon zijn geluk niet op. Wat een feest! Hij had wel een beetje moeite om Blauwkapjes kleren en mandje fijn te kauwen, maar ook dat lukte.
En de draak leefde nog lang en gelukkig. Einde.
Mooi, hé? vroeg Bifidus ontroerd. Er blonk een traan in zijn oog. Ik heb er erg lang over nagedacht.
De anderen waren té verbijsterd om ook maar iets te zeggen.
Meen je dat? antwoordde Dokus. Ik vond het een vreselijk verhaal. Mijn arme gevoelige maag. Straks krijg ik nog een maagzweer. Zijn gezicht was grijsgroen geworden.
Lotte stak haar hand op. Euh… Bifidus, zei je niet dat het een romantisch sprookje was? Een draak die een meisje opvreet, vind ik eigenlijk niet zo…
Juist wél! juichte Bifidus enthousiast. Draken proberen iedereen waar ze verliefd op zijn, op te eten. Dat is dan ook de reden dat er bijna geen draken meer zijn, want als twee draken verliefd worden, eindigt dat altijd in een bloedbad. Snap je?
Heel mooi, beste Bifidus, heel mooi, lachte Ludovicus. Je hebt jezelf weer helemaal overtroffen.
Bifidus glunderde. Ik wíst dat ik talent had! Ik begin gelijk aan een tweede sprookje! Het wordt opnieuw om van te smullen!