In de schaduw van enkele bomen landden ze behoedzaam op de grond.
‘Goed.’ Marcellus keek naar het straatnaambord en vervolgens op het papiertje dat Perfidus hem gegeven had. ‘De Zwaluwstraat. Perfect. Dokus, Spartacus en Brutus: jullie nemen die jongen op nummer 32 voor jullie rekening. Alfredus en ik ontvoeren het meisje van nummer 34.’
‘En wat maakt jou plots de leider van deze expeditie, Marcelleke?’ antwoordde Dokus fel onder zijn haargordijn vandaan.
‘Marcellús!’, siste Marcellus. ‘Als je niet snel doet wat ik je vraag, zeg ik tegen Perfidus dat je Operatie Kersenpit gedwarsboomd hebt… Of wil je misschien nog eens in een superhaargroeibad gedompeld worden?’
Dokus hield mokkend zijn mond.
Het kostte Dokus, Spartacus en Brutus niet al teveel moeite om in het huis van Lucas te komen.
De achterdeur was niet op slot. Voorzichtig slopen ze naar binnen.
‘Brutus, wij houden hier de wacht…’, fluisterde Dokus.
‘Ga jij naar boven.Bijt dat snertjong in zijn hals en klaar is Kees.’
‘Waarom ik?’, piepte Brutus, de kleinste en tengerste vampier.Hij prikte met zijn knokige vingers tegen zijn borst, waar je duidelijk zijn ribben in kon zien. Op zijn hoofd had hij een grote pluk haar, evenals aan elk van zijn oren. Mensen die hem zagen, dachten vaak dat hij een chihuahua was.
‘Het is hier aardedonker en… en… en…’ Brutus keek schichtig om zich heen.
‘Omdat ik geen steek zie met dit verdomde haar en omdat die pipo…’ Hij wees naar Spartacus. ‘… waarschijnlijk over zijn jurk zal struikelen. Bovendien zit die jongen vermoedelijk boordevol bacteriën. Ik heb geen zin om ook nog eens een infectie te krijgen.
Binnenkort begint mijn hooikoorts weer.’
‘Maar… Misschien zitten er wel spoken in dit huis en…’, fluisterde Brutus.
‘Spoken?! Je bent verdorie zelf een vampier! En nu, hup!’
Brutus zette bevend enkele stappen en ging de trap op. Na een eeuwigheid, bereikte hij de overloop en bleef voor een deur staan. Hij keerde zich om en keek over de leuning naar beneden, waar Dokus en Spartacus stonden te wachten.
‘Vooruit!’, wees Dokus.