Perfidus las voor de tiende maal de brief die Lucianus hem had meegegeven.
Beste Perfidus,
Als je deze brief leest, zijn jouw gezellen aangekomen. Zoals je dadelijk zult merken, hebben we voor jou de beste vampiers uitgezocht. Ware elitetroepen. Ze hebben een lange staat van dienst en hebben reeds meermaals hun uitmuntende vaardigheden getoond. Ze zijn getraind om de moeilijkste opdrachten tot een goed einde te brengen. Zo slaagden ze erin om ongezien de wereldbloedbank van New York leeg te roven. Ik ben ervan overtuigd dat ze jou prima van dienst zullen zijn.
Smakelijke bloedgroeten,
Wereldgrootmeester Lucianus
Perfidus keek op. Hij bekeek de vijf figuren in de kamer een voor een. Heel snugger en atletisch zagen ze er niet uit. Het leek wel of ze zelf niet goed beseften wat ze hier precies kwamen doen. Marcellus had zojuist verslag uitgebracht over hun reis. Met zijn brede borstkas en gespierde armen was hij veruit de stoerste vampier van het vijftal. Perfidus fronste even zijn wenkbrauwen en las de brief nog eens.
‘Ik wil dit vooral goed begrijpen …’, verbrak Perfidus de stilte. ‘Er wordt jullie gevraagd om discreet hierheen te komen en wat doen jullie?! Jullie VLIEGEN over het dorp op klaarlichte dag! Weet iemand toevallig wat het woord “discreet” betekent?’
Een kleine, dikke vampier stak aarzelend zijn hand op. ‘En jij bent?’ ‘Alfredus, O Edele Slechtheid. “Discreet” wil zeggen dat je moet zorgen dat niemand je opmerkt of…’
Perfidus sloeg met zijn vuist op tafel. Het vijftal kromp in elkaar. ‘Als u mij toestaat, O Heilige Boosaardigheid’, piepte Marcellus. ‘We hadden Dokus gewaarschuwd dat het niet zo’n slim idee was. We wilden het laatste stuk lopen om niet op te vallen. Maar Dokus…’ Marcellus wees naar de lange, slungelachtige vampier naast hem. ‘Hij wilde niet luisteren en is hem gesmeerd.’
Perfidus’ gezicht werd krijtwit. ‘Dokus… Heb je hier iets op te zeggen?’ Marcellus en de andere drie vampiers grinnikten haast ongemerkt. Ze zetten een klein stapje terug, zodat Dokus helemaal alleen voor Perfidus stond. Dokus beefde over zijn hele lichaam. ‘O Magistrale Slechtheid…’ Dokus slikte en zette zijn brilletje recht. ‘U moet weten dat ik de laatste tijd steeds weer last heb van voetschimmels. Ik… ik had gezien dat de straten van Dellebelle er nogal vies bijlagen en wilde niet weer…’ Dokus maakte zich steeds kleiner. ‘Dus… Daarom ben ik een heel klein beetje gaan vliegen. Ik was bijna over het dorp heen toen een kleine wrat op mijn linkervleugel mijn aandacht trok. ’ ‘Een wrat…’ Dokus richtte zich half op en knikte. ‘Ik was me net aan het afvragen of dit misschien het begin kon zijn van vleugelverlamming toen…’ ’ ‘Vleugelverlamming…’ ‘U zegt het, O Grote Rotheid’, antwoordde Dokus hoopvol. ‘Mijn tante Lieselotus heeft door vleugelverlamming een vliegafwijking naar rechts, waardoor ze overal tegenaan knalt.’
’ ‘Jouw tante Lieselotus…’ Het kostte Perfidus steeds meer moeite om zijn kalmte te bewaren. Zijn neusvleugels trilden.
’ ‘Ik… ik was de kerktoren even uit het oog verloren. U moet weten, sinds ik aan mijn ogen geopereerd ben, ben ik zeer gevoelig voor zonlicht… Ik… De zon scheen in mijn ogen en…’
’‘Je bent in de klokkentoren beland…’ Perfidus tuitte zijn lippen en dacht na. Elitevampiers of niet, een ongeluk of niet, Perfidus was niet van plan om met zich te laten sollen. Hij zou hen vanaf het begin tonen wie de baas was. Hij pakte een dik boek uit de kast en sloeg het open. ‘Zo, je hebt nogal last van kwaaltjes, hè?’ Perfidus bladerde in het boek en glimlachte gemeen. ‘Dan heb ik een prima straf voor jou…’
Hij las voor:
‘Elke klunzige vampier,
Die naam niet waardig,
Zal in een bad gedompeld worden,
En wordt helemaal harig.’
HAAR!’, brulde Perfidus.
‘Nee, niet het “haar”, O Schurftige Slechtheid’, stamelde Dokus in paniek. ‘Ik heb nu al zo’n last van schilfertjes en gespleten haarwortels. Ik zal nog zieker worden en, en, en…’ Hij hoestte geforceerd. ‘Ziet u wel, Grootmeester, mijn allergie is ook nog steeds niet verdwenen en…’
Perfidus wuifde ongeduldig met zijn hand. ‘Weg met die knoeier… En laat dit een voorbeeld zijn voor jullie allemaal! Ik duld geen mislukkingen!’
De andere vampiers haastten zich om de gillende Dokus uit de kamer te slepen en de straf ten uitvoer te brengen.
Perfidus bleef alleen achter. Dit zou wel eens een moeilijke opdracht kunnen worden. Er klopte iets niet met zijn vijf helden. Die sukkels konden onmogelijk echte supervampiers zijn. Hij nam een stuk perkament en krabbelde er snel een boodschap op. Hij stond op, opende een rieten mand en haalde er een inktzwarte vleermuis uit
Hij bond de boodschap om de poot van de vleermuis, opende het raam en liet het diertje los. ‘Zo, en nu wachten tot morgenvroeg.’
Enkele minuten later verliet Perfidus villa ‘De Zwarte Lelie’ en begaf zich naar het dorp. Op de achtergrond weerklonk het gekrijs van Dokus die in een bad ‘Superhaargroei Deluxe’ werd gekieperd.